2. Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade.
3. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
KENNISGEVING:
oppervlak van de printer beschadigen.
4. Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op
de papieruitvoerlade.
KENNISGEVING:
printer beschadigd raken. Schade aan de printer die is veroorzaakt door het niet volgen van de juiste
aanwijzingen voor het reinigen van de printer, valt niet onder de garantie.
5. Zorg ervoor dat de papiersteun en papieruitvoerlade droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start.
Standaardinstellingen op het bedieningspaneel wijzigen
U wijzigt als volgt de standaardinstellingen op het bedieningspaneel:
1. Zet de printer aan.
2. Wijzig de instellingen van het bedieningspaneel.
3. Blader met de pijl naar links of rechts
4. Blader met de pijl naar links of rechts
5. Blader met de pijl naar links of rechts
6. Blader met de pijl naar links of rechts
De huidige instellingen op het bedieningspaneel worden opgeslagen als de nieuwe standaardinstellingen.
Standaardfabrieksinstellingen herstellen
1. Zet de printer aan.
2. Blader met de pijl naar links of rechts
.
3. Blader met de pijl naar links of rechts
4. Blader met de pijl naar links of rechts
5. Blader met de pijl naar links of rechts
6. Selecteer de juiste taal en het juiste land.
Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of afwasmiddelen. Deze kunnen het
Als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de
naar INSTELLEN en druk op de knop Selecteren
naar Standaardwaarden en druk op de knop Selecteren
naar Standaardwaarden instellen en druk op de knop Selecteren
naar Huidige instellingen en druk op de knop Selecteren
op het bedieningspaneel naar INSTELLEN en druk op de knop Selecteren
naar Standaardwaarden en druk op de knop Selecteren
naar Standaardwaarden instellen en druk op de knop Selecteren
naar Fabrieksinstellingen en druk op de knop Selecteren
.
.
.
.
.
.
.