Inhoudsopgave
Advertenties
Algemene problemen oplossen
Algemene problemen oplossen
Probleem
De telemetrie indicator lamp op
het CTG apparaat gaat niet aan als
de monitor en het basisstation
ingeschakeld zijn.
Spanningslampje op de ontvanger
gaat niet aan als deze ingeschakeld
wordt.
Snoerloos bewaken is niet
mogelijk.
Signaalverlies indicator op het
basisstation bllijft branden terwijl
de zender actief is.
Batterij leeg lampje brandt op de
ontvanger.
Alle drie lampjes op het
basisstation knipperen.
Mogelijke oorzaken
Onjuiste interface verbinding tussen
de monitor en de ontvanger.
Defecte interface kabel.
Netsnoer zit niet in het stopcontact. Netsnoer aansluiten en inschakelen.
Onvoldoende contact met de
netspanning (losse kabel).
Zekeringen moeten vervangen
worden.
Transducers met snoeren
aangesloten op CTG apparaat.
Ontvanger en transducer hebben
niet het zelfde bedlabel.
Standaard antenne: antenne niet
correct aangesloten.
Antennesysteem: antennekabel
niet correct aangesloten op de
ontvanger.
Transducer is buiten het
ontvangstbereik.
Transducer is defect of beschadigd. Vervang de transducer.
RF interferentie van een externe
bron zoals een zender of telemetrie
apparatuur.
Lage batterijspanning.
Spanning in de batterijen is laag.
Batterijen in de transducer zijn
uitgeput wat leidt tot uitschakelen
en signaalverlies.
6 Problemen oplossen
Oplossingen
Volg de instructies in de Service Guide over
details aangaande de verbinding tussen
monitor en ontvanger.
Vervang de interface kabel.
Controleer netsnoer aansluiting.
Waarschuw een gekwalificeerd technicus.
Vervang de zekeringen. Zie Service Guide.
Haal de transducersnoeren uit het CTG
apparaat.
Gebruik het bedlabel om te bepalen tot
welk basisstation de transducer behoort.
Zie ook "Geblokkeerde sloten" op
pagina 33.
Controleer antenne aansluiting.
Test het antennesysteem door de zender
dichtbij de ontvanger te brengen. Als de
overdracht goed is, functioneert het
antennesysteem niet goed. Waarschuw bij
dit probleem een gekwalificeerd technicus.
Bepaal het effectieve ontvangstbereik voor
uw omgeving en informeer de patiënt om
tijdens bewaking binnen dit gebied te
blijven.
Ga met de transducer uit de buurt van de
verdachte bron, en controleer of dit helpt.
Batterijen opladen.
Batterijen opladen.
Als de batterij na opladen nog niet tot
tevredenheid functioneert, voer dan de
batterij controle uit (zie Service Guide).
Vervang, zo nodig, de batterij in de zender.
(Raadpleeg de Instruction Sheet, "Removing
and Replacing the Transducer Battery" die
meegeleverd is met de Battery Replacement
Kit M2720-64001.)
31
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
