5 Bedrading en elektrische aansluitingen
Dit hoofdstuk detailleert de elektrische aansluitingen van alle componenten van het systeem (MX
16, modules, aanvullende apparatuur).
Controllerverbinding
De elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de verschillende richtlijnen die van kracht zijn in het land van installatie.
MX 16
De
Bepaalde spanningsniveaus kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken.
Het wordt geadviseerd om het materiaal en de bekabeling te installeren
voorafgaand aan het aanbrengen van live spanning.
Aangezien een onjuiste of slechte installatie kan leiden tot meetfouten of
systeemstoringen, is het noodzakelijk om alle instructies in deze handleiding strikt
op te volgen voor het garanderen van de juiste werking van het systeem.
Gecertificeerde trekontlastingsbus vereist. Gebruikte snoeren moeten voldoen aan
alle gecertificeerde busspecificaties.
Geschikte externe snoeren moeten worden gebruikt in de eindtoepassing en moeten
in overeenstemming zijn met lokale regels/normen voor het
Kabels met een bedrijfstemperatuur van minimaal 70°C (158°F) moeten worden
gebruikt omdat de temperatuur binnen de controller zo hoog kan worden als 70°C
(158°F).
Toegang tot aansluitblokken
Na het ontgrendelen van de twee tuimelhendels, draait u de voorkap naar links voor toegang tot
de bedradingsaansluiting.
100-240Vac voeding
MX 16
De
kan worden gevoed door een bron van 100-240Vac bij 50/60 Hz, 1,5A max.
Controleer de aard van de stroom en de spanningswaarde voorafgaand aan enige aansluiting.
De elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd wanneer de stroom uit is.
De MX 16 moet stroomopwaarts worden beschermd volgens de lokale voorschriften.
In Frankrijk bijvoorbeeld: De MX 16 moet stroomopwaarts worden beschermd door een bipolaire
NP16EN
Revisie: A.2
heeft geen start/stop-schakelaar.
MX 16
voorgeconfigureerd
ANALOGE EN DIGITALE CONTROLLER
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
MX 16
-product.
19