2
Standaard is de volgende code voorgeprogrammeerd in het alarmsysteem (mits deze niet
gewijzigd is door de installateur):
object 1 manager code: 1111
De functies die een gebruiker op het bediendeel kan uitvoeren hangt af van het
autorisatieniveau van de gebruiker.
Indien onder dwang verrichtingen op het bediendeel uitgevoerd moeten worden, dan
dient een O
VERVAL
Indien tijdens het inloggen op het bediendeel een alarm in het blok (gebied) is waar de
gebruiker toegang tot heeft, dan zal het alarm worden hersteld.
In het scherm welke na het inloggen wordt weergegeven kunnen de volgende iconen worden
getoond:
tik op deze om alle blokken (gebieden) uit te schakelen
tik op deze om het blok uit te schakelen waarin de ingangsvertraging is gestart
tik op deze om de code te wijzigen
tik op deze om de telefooncode te wijzigen
tik op deze om de service notitie te verwijderen
tik op deze om het scherm af te sluiten
3. On-screen informatie
informatiebalk.
status icoon.
tabblad balk.
tabblad.
INT-TSI
type code gebruikt te worden i.p.v. de normale gebruikerscode.
SATEL