8.5. Voorbeelden
Systeemvoorbeeld
(Zie afbeelding 22)
1
Lokale voeding
2
Hoofdschakelaar
3
Aardlekschakelaar
4
Zekering
5
Afstandsbediening
Voedingsbedrading (ommantelde kabel)
Bedrading tussen units (ommantelde kabel)
Lokale kabelaansluitingen
L1, L2, L3, N-fase van het netsnoer moet tegen de plastic beugel
worden bevestigd met behulp van het lokaal te voorzien
klemmateriaal.
De groen en geel gestreepte en opgewikkelde draden dienen voor de
aarding.
(Zie afbeelding 21)
1
Voeding (380~415 V, 3 N~50 Hz)
2
Zekering
3
Aardlekschakelaar
4
Aardingsdraad
5
Voedingsklemmenstrook
6
Sluit elke stroomdraad aan
RED op L1, WHT op L2, BLK op L3 en BLU op N
7
Aardingsdraad (GRN/YLW)
8
Klem de stroomdraad op de plastic beugel met een lokaal te
voorzien klem om te voorkomen dat er externe krachten op de
klem worden uitgeoefend.
9
Klem (lokale levering)
Raadpleeg
afbeelding 24
1
Voedingsbedrading
2
Bedrading tussen units
3
Klem vast op de elektriciteitskast met behulp van lokaal te
voorziene klemmen.
4
Wanneer de stroom-/aardingsdraden langs de rechterzijde
worden naar buiten gevoerd:
5
Bij het aanleggen van het afstandsbedieningssnoer en de
bedrading tussen de units, moet een afstand van 50 mm of meer
van de stroomdraden worden in acht genomen. Zorg ervoor dat
de stroomdraden geen verwarmde delen raken (
6
Klem vast tegen de achterkant van de kolomsteun met lokaal te
voorziene klemmen.
7
Wanneer de bedrading tussen de units via de leidingsopening
wordt naar buiten gevoerd:
8
Wanneer de stroom-/aardingsdraden van de voorkant worden
naar buiten gevoerd:
9
Wanneer de aardingsdraden langs de linkerzijde worden naar
buiten gevoerd:
10
Aardingsdraad
11
Let er bij het bedradingswerk op dat u de akoestische isolatoren
niet van de compressor losmaakt.
RZQ200+250C7Y1B
Split-systeem airconditioners
4PW34720-1B
Voorzorgsmaatregelen
stroomdraden
Gebruik ronde drukklemmen voor aansluiting op het
klemmenbord van de voeding.
Volg de onderstaande instructies als geen ronde klemmen
beschikbaar zijn.
M8 (voedingsklemmenstrook) (X4M)
M8 (aarding)
M3 (klemmenblok optionele bedrading) (X1M, X3M)
M4 (klemmenblok voor bedrading tussen units)
(X2M)
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de
).
aarding
Leg de aardingsdraad, wanneer u hem
naar buiten trekt, zodanig dat hij door de
uitsparing van de sluitring loopt. (Een
slechte aardaansluiting kan resulteren in
een slechtwerkende aarding).
Lokale kabelaansluitingen bevestigen
1
Bedrading tussen units (binnen- en buitenunits)
2
Bevestig op de aangegeven plastic beugels met behulp van het
lokaal te voorziene klemmateriaal.
3
Plastic beugel
bij
het
Sluit geen draden van een verschillende dikten aan op
dezelfde
voedingsklemmenstrook.
stroomdraden kunnen abnormale warmte veroorzaken.)
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk als volgt.
Gebruik voor bedrading de aangegeven stroomdraad
en sluit stevig aan; maak dan vast om druk van
buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zorg ervoor dat alle bedrading goed is aangesloten,
dat de voorgeschreven bedrading werd gebruikt en
dat er geen externe krachten op de klemaansluitingen
of bedrading worden uitgeoefend.
Onvolledige aansluitingen of bevestigingen kunnen
brand veroorzaken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel
van de klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
(Zie afbeelding 23)
installeren
van
(Loszittende
5,5~7,3
0,8~0,97
1,4~1,6
Montagehandleiding
13