wijzigen of bepalen wat er in de spaarstand moet
worden weergegeven.
Tip: Als u wilt controleren of er toepassingen
op de achtergrond worden uitgevoerd, houdt
u
ingedrukt. Als u alle toepassingen wilt
sluiten die u niet gebruikt, bladert u naar een
toepassing in de lijst en drukt u vervolgens op
C. Als toepassingen op de achtergrond
worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit.
19