De functies
Via de 'functies' beschikt u over een groot aantal gedetailleerde en algemene
instrumentparameters, bijvoorbeeld voor het aanpassen van de stemming, het
instellen van het splitpunt en het bewerken van voices en effecten.
Functies selecteren en instellen
Er zijn in totaal 51 functieparameters.
1
Zoek de functie die u wilt instellen in de
lijst die begint op pagina 81.
2
Druk op de [FUNCTION]-knop.
3
Selecteer een functie. Druk op de
<
CATEGORY [ ]- en [ ]-knoppen zo vaak
als nodig is om de displaynaam van de
functie in de display weer te geven.
Kijk eens naar de functielijst die begint op
pagina 81.
De naam van het vorige item in de lijst wordt
linksboven weergegeven en de naam van het
volgende item in de lijst staat rechtsboven het
momenteel geselecteerde item.
Vorig item
Functiegroep
Geselecteerd item
80
PSR-S550 Gebruikershandleiding
>
Volgend item
Parameter
4
Gebruik de draaiknop of de [+/YES]- en
[-/NO]-knoppen om de parameters in te
stellen.
De [+/YES]- en [-/NO]-knoppen worden
gebruikt voor AAN/UIT-instellingen: [+/YES]
= AAN, [-/NO] = UIT.
In sommige gevallen wordt de [+/YES]-knop
gebruikt om de geselecteerde functie uit te
voeren en de [-/NO]-knop om de selectie te
annuleren.
Druk tegelijkertijd op de [+/YES]- en [-/NO]-
knoppen om de standaardinstelling terug te
zetten (met uitzondering van de aanvankelijke
MIDI-configuratie).
Druk deze
tegelijkertijd in om de
standaardinstelling
terug te zetten
• Verhoogt de waarde
met 1
• ON
• Uitvoeren
• Verlaagt de waarde
met 1
• OFF
• Annuleren