MIXER
3
Druk op de [TRACK]-knop van de track
die u wilt instellen.
De geselecteerde track wordt automatisch
ingeschakeld.
Track ON/OFF en andere parameterinstellingen
■Track ON/OFF
Hiermee bepaalt u voor elke track of deze is in- of
uitgeschakeld (niet of wel gedempt)
Selecteer de track die u wilt in- of uitschakelen
(zie stap 1-3 van de basisbediening op pagina 75)
en volg de onderstaande instructies.
De geselecteerde track wordt automatisch
ingeschakeld.
1
Druk nogmaals op de [TRACK]-knop
om de track weer uit te schakelen.
De knop schakelt tussen ON en OFF, en de
[TRACK]-knop schakelt ook tussen groen
brandend en gedoofd.
■Parameterinstellingen
Activeer de Mixer-modus (zie stap 1-3 van de
basisbediening op pagina 75) en stel het volume,
de panpositie, het reverbniveau en het
chorusniveau in.
Hiermee stelt u het
Volume
gedeeltevolume in.
Pan
Hiermee stelt u de panpositie in.
Reverb
Hiermee stelt u de reverbdiepte in. Bereik: 0-127
Level
Chorus
Hiermee stelt u het chorusniveau
Level
in.
76
PSR-S550 Gebruikershandleiding
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ● ● ● ●
Bereik: 0-127
Bereik: 0-64-127
Bereik: 0-127
4
Stel de ON/OFF-parameter of andere
parameters in voor elke track.
(Volg de onderstaande instructies.)
Herhaal indien nodig stap 2-4 om andere tracks
in te stellen.
5
Druk op [EXIT] om de Mixer-functie te
sluiten.
1
Druk op de CATEGORY [ ]/[ ]-knop om
het gewenste item te selecteren.
2
Draai aan de draaiknop en stel de
parameter in.
Huidig
volume
Herhaal indien nodig stap 1-2 om andere tracks
in te stellen.
3
Druk op de [EXIT]-knop om de Mixer-
functie te sluiten.
< >