Mededeling voor Nieuw-Zeeland
1
De afgifte van een Telepermit voor enig onderdeel van de apparatuur geeft
enkel aan dat Telecom erkend heeft dat het onderdeel voldoet aan de
minimumvoorwaarden voor aansluiting op haar netwerk. Het geeft niet aan dat
het product is goedgekeurd door Telecom, noch verschaft het een garantie
van enigerlei aard. Maar bovenal is het geen garantie voor het correcte
functioneren van enig onderdeel in combinatie met andere apparatuur met een
Telepermit van een ander merk of model, noch houdt dit in dat een product
compatibel is met alle diensten van het netwerk van Telecom.
2
Onafhankelijk van welke de gebruikscondities zijn, kan dit apparaat niet
functioneren met snelheden die hoger zijn dan waarvoor het ontworpen is.
Telecom aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het ontstaan van
problemen onder dergelijke omstandigheden.
3
Enkele vereiste parameters om te voldoen aan de Telepermit-eisen van
Telecom zijn afhankelijk van het apparaat (PC) dat aan dit apparaat gekoppeld
is. Het gekoppelde apparaat dient te worden ingesteld om te functioneren
binnen de volgende grenswaarden om te voldoen aan de specificaties van
Telecom:
a
Er dienen niet meer dan 10 belpogingen naar hetzelfde nummer te
worden gedaan binnen een periode van 30 minuten voor elke enkele
handmatige belpoging en
b
Het apparaat dient na beëindiging van een belpoging en voor het begin
van de volgende belpoging voor een periode van ten minste 30 seconden
"opgelegd" te worden.
4
Enkele vereiste parameters om te voldoen aan de Telepermit-eisen van
Telecom zijn afhankelijk van het apparaat (PC) dat aan dit apparaat gekoppeld
is. Om te kunnen functioneren binnen de grenswaarden om te voldoen aan de
specificaties van Telecom, dient de gekoppelde apparatuur zo te worden
ingesteld dat gewaarborgd wordt dat er tussen automatische oproepen naar
verschillende nummers ten minste een periode van 5 seconden ligt tussen de
beëindiging van een belpoging en het begin van volgende belpoging.
5
Dit apparaat zal niet worden ingesteld om automatische oproepen te doen
naar het noodnummer 111 van Telecom.
6
Dit apparaat is uitgevoerd met een systeem voor pulskiezen, terwijl de
Telecom-standaard DTMF-toonkiezen is. Er wordt geen waarborg gegeven dat
de lijnen van Telecom altijd pulskiezen zullen blijven ondersteunen.
7
Gebruik van pulskiezen kan, wanneer dit apparaat is aangesloten op dezelfde
lijn als andere apparatuur, belgerinkel of andere geluiden veroorzaken en kan
er eveneens voor zorgen dat correcte beantwoording niet mogelijk is. Wanneer
zich dergelijke problemen voordoen, dient de gebruiker GEEN contact op te
nemen met de storingsdienst van Telecom.
8
Dit apparaat is mogelijk niet geschikt voor het effectief doorschakelen van een
gesprek naar een ander apparaat dat is aangesloten op dezelfde lijn.
9
Bij stroomstoringen werkt dit toestel mogelijk niet. Zorg dat u kunt beschikken
over een aparte telefoon die niet afhankelijk is van lokale voeding voor gebruik
in noodsituaties.
37