recept opgegeven temperatuur in en houdt de helft van de
bereidingstijd aan.
à
CombiSpeed normaal
CombiSpeed normaal is geschikt voor gebak in vormen, zoals
cake, bijv. marmercake, cake met rozijnen en amandel- of
■
vruchtentaart
taarten van zandtaartdeeg met een sappige vulling,
■
bijv. donkere appeltaart, kwarktaart.
gebak van bakmengsels
■
taarten van gistdeeg, bijv. rozentaart
■
Ook voor braadvlees kan met deze verwarmingsmethode de
■
helft van de bereidingstijd worden aangehouden.
Aanwijzing: Gebruik donkere bakvormen van metaal of
flexibele vormen van kunststof. Voor braadvlees is een
hittebestendige glazen vorm met of zonder deksel geschikt.
á
CombiSpeed intensief
Deze verwarmingsmethode is geschikt voor
gevogelte, bijv. kip
■
ovenschotels, bijv. noedelsoufflé
■
gegratineerde gerechten, bijv. gegratineerde aardappels
■
gegratineerde vis, vers en diepvries
■
Aanwijzing: Gebruik hittebestendige vormen van glas of
keramiek.
Zo stelt u in
Staan er in het recept verschillende verwarmingsmethoden,
neem dan de instelling voor boven- en onderwarmte. De in het
recept opgegeven bereidingstijd mag niet korter zijn dan
30 minuten.
Schuif het gerecht in de onverwarmde binnenruimte. Plaats de
vorm midden op het rooster op hoogte 1.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
CombiSpeed normaal of CombiSpeed intensief instellen.
Er wordt een vooraf ingestelde gebruiksduur van
x
20.00 minuten voorgesteld.
2.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur instellen.
Ã
KJ
x
3.
De klokfunctietoets
zo vaak indrukken tot de symbolen
en
verlicht zijn.
Met de draaiknop de tijdsduur veranderen.
4.
ƒ
De toets
indrukken.
5.
De werking start.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De werking is beëindigd. U kunt het
y
geluidssignaal voortijdig met de toets
klokdisplay staat
0:00.
Verwarmingscontrole
De vijf balken van de verwarmingscontrole geven de
opwarmfase of de restwarmte in de binnenruimte aan.
Actuele temperatuur
±
Druk op de toets
. De actuele temperatuur wordt 3 seconden
weergegeven.
Opwarmfasen
Na de start verschijnen er vijf balken in de statusregel. De
ingestelde temperatuur is bereikt wanneer de laatste balk
gevuld is.
10
Ã
uitschakelen. Op het
Wanneer u een grillstand of de magnetron heeft ingesteld
verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de weergegeven temperatuur een beetje anders zijn dan
de werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte-indicatie
Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de
binnenruimte hoog of laag is.
Temperatuurdisplay
•
œ
Snelvoorverwarming instellen
Het snel voorverwarmen is niet geschikt voor alle functies.
Geschikte functies
3
Hete lucht
■
2
Hete lucht plus
■
%
Boven- en onderwarmte
■
Geschikte temperaturen
De functie Snelvoorverwarming werkt niet wanneer de
ingestelde temperatuur beneden de 100 °C ligt. Als de
temperatuur in de binnenruimte slechts enigszins lager is dan
de ingestelde temperatuur, is het snel voorverwarmen niet
nodig. Deze functie wordt niet ingeschakeld.
Snelvoorverwarming instellen
Voorwaarde: er moet een passende functie en temperatuur
ingesteld zijn.
Functie en temperatuur instellen.
1.
f
KJu
2.
De klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen
en
verlicht zijn en
verschijnt.
De draaiknop naar rechts draaien.
3.
Op het klokdisplay wordt
f
symbool
verlicht. De functie Snel voorverwarmen is
ingeschakeld.
ƒ
De toets
indrukken.
4.
Het apparaat warmt op.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas
in de oven wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
±
de actuele
Tekstdisplay
Restwarmte hoog
Restwarmte laag
Œ
op het klokdisplay
Ž
weergegeven en is het