Tips rondom de was
Wassymbolen
Voor de juiste waswijze dient u op de wassymbolen op de labels van uw wasgoed
te letten.
Algemene tips
Was bont en wit textiel niet samen.
Maak zakken van kledingstukken leeg en keer die naar buiten. Verwijder vreemde
voorwerpen (muntjes, spijkers, paperclips, etc.)
Borstel zakken van werkkleding uit de metaalindustrie uit (metaalsplinters veroorza-
ken schade aan de was en roestvlekken.
Knoop beddengoed en kussens dicht; sluit ritssluitingen, haakjes en oogjes; bind
ceintuurs en schortenbanden samen.
Was kleinere wasstukken (bv. nylonkousen, ceintuurs) of wasstukken met ritssluiting
en haakjes in een waszak of in een kussensloop.
Verwijder moeilijke vlekken voor het wassen met daartoe geschikte middelen.
Behandel sterk vervuilde plaatsen (kragen, manchetten, etc.) voor met zeep, spe-
ciaal wasmiddel of pasta.
Kies voor sterk vervuilde was het extra voorwasprogramma
lingsgraad op sterk of zeer sterk vervuild.
Wol en ander textiel dat gekenmerkt is met het wassymbool
met het handwasprogramma
c.q. fijnwasmiddel
56
in het toestel gewassen worden. Gebruik wol-
of zet de vervui-
mag uitsluitend