Configuratieoverzicht
LUN-beheertoewijzingen kunnen worden gemaakt voor verschillende weergaven van
de apparaten die op de router zijn aangesloten. Aan elke Fibre Channel-host wordt
een specifieke toewijzingsconfiguratie toegewezen. De beheerder kan niet alleen
instellen tot welke apparaten een host toegang heeft maar ook welke LUN's worden
gebruikt om deze apparaten te benaderen.
Voor een Fibre Channel-host is een toewijzingstabel een tabel met LUN's, waarin
elke vermelding leeg is of apparaatadresgegevens bevat die vereist zijn voor de
communicatie tussen host en apparaat.
Voor een SCSI-host bevat een toewijzingstabel een lijst van bestemmings-ID's,
waarbij elke ID een eigen tabel met LUN's heeft met adresgegevens die vereist zijn
voor de communicatie tussen host en apparaat.
OPMERKING: De router kan reageren op meerdere bestemmings-ID's op een SCSI-bus.
Voor zowel Fibre Channel-poorten als SCSI-bussen gelden door de gebruiker
gedefinieerde toewijzingen en vooraf gedefinieerde toewijzingen.
Er zijn drie vooraf gedefinieerde toewijzingstabellen:
•
geïndexeerd (standaardinstelling)
•
automatisch toegewezen
•
SCC
Wanneer een host een opdracht verzendt, selecteert de router de te gebruiken
toewijzing op basis van de poort waarop de opdracht wordt ontvangen en de ID van
de host die de opdracht verzendt. Voor Fibre Channel-poorten is de host-ID de
internationale naam, voor SCSI-bussen is de host-ID de initiator-ID (0 - 15). Als een
host onbekend is of er geen specifieke toewijzingstabel aan de host is gekoppeld,
gebruikt de router de standaardtoewijzing.
Geïndexeerde toewijzing
Het overzicht van geïndexeerde toewijzingen is leeg en kan vervolgens door de
gebruiker worden gewijzigd.
3-8
StorageWorks van Compaq Network Storage Router M2402 - Gebruikershandleiding