De router vraagt altijd de maximale overdrachtssnelheid en bandbreedte van een
SCSI-bus. Als een aangesloten SCSI-apparaat het gebruik van de maximale waarden
niet toestaat, gebruikt de router de hoogste waarden die beschikbaar zijn voor het
desbetreffende apparaat. Aangezien de snelheid en bandbreedte op apparaatniveau
worden ingesteld, is een combinatie van verschillende SCSI-apparaattypen op
dezelfde SCSI-bus mogelijk.
Configuratie van Fibre Channel-poort
De Fibre Channel-poorten zijn standaard ingesteld op N_Port, waardoor conflicten
tot een minimum worden beperkt wanneer zowel de router als een ander Fibre
Channel-apparaat (bijvoorbeeld een switch) autosensing gebruiken voor Fibre
Channel-poorten. U kunt de Fibre Channel-poorten ook instellen op autosensing,
waardoor de router kan controleren of deze op een Arbitrated Loop of Switched
Fabric
is aangesloten.
OPMERKING: De snelheid van de Fibre Channel-poorten is standaard ingesteld op 1 Gbps.
Als u een andere snelheid wilt instellen, bijvoorbeeld 2 Gbps, moet u dit handmatig doen.
Als u een verkeerde snelheid voor de Fibre Channel-verbinding instelt en de router op
een Loop of Fabric is aangesloten, ontvangt de eenheid mogelijk framefouten.
Configuratie van Fibre Channel Arbitrated Loop
In een Fibre Channel Arbitrated Loop wordt elk apparaat gedetecteerd als een Arbitrated
Loop Physical Address (AL_PA). U kunt een AL_PA op twee manieren instellen:
•
zachte adressering
•
harde adressering
Zachte adressering is de standaardinstelling.
Zachte adressering
Bij zachte adressering neemt de router automatisch het eerste beschikbare loopadres,
te beginnen bij 01 en met als maximumwaarde EF. De router kan deel uitmaken van
de Fibre Channel-loop als er minimaal één adres beschikbaar is in de loop waarop
de router is aangesloten. Fibre Channel ondersteunt maximaal 126 apparaten in een
Arbitrated Loop.
StorageWorks van Compaq Network Storage Router M2402 - Gebruikershandleiding
Configuratieoverzicht
3-5