NEDERLANDS
05 Plaatsing
05.A Algemene richtlijnen
De goede werking van uw DUCO ventilatiesysteem is volledig afhankelijk van de keuze en uitvoeringskwaliteit van de toe- en
afvoerleidingen! Houd daarom bij het kiezen van de opstellingsruimte rekening met de volgende richtlijnen�
Alvorens het toestel in werking te stellen, moet dit eerst aangesloten worden op een kanalennet, om te
voorkomen dat je de ventilator zou kunnen aanraken.
• Gebruik steeds hoogwaardige materialen en dichtingen om de beste luchtdichtheid te bekomen� Het volledige systeem is
gebaseerd op een goede luchtdichte aansluiting en een kanalentraject�
• Bij het aanleggen van de kanalen dient men zo min mogelijk bochten en zo ook weerstand te maken� Het systeem is gebaseerd
op een maximale weerstand van 150 Pa�
• Zorg ervoor dat de kanalen aan de binnenzijde geen deuken, lange schroeven of extra obstakels hebben� Dit is nadelig voor een
goed onderhoud en duurzaam gebruik�
• Het toevoerkanaal (verse buitenlucht) moet telkens ver genoeg verwijderd zijn van een vervuilde bron� Dit kan het afvoerkanaal
zijn, of een uitblaaskanaal van verbrandingslucht� Raadpleeg hiervoor de geldende lokale wetgeving (zoals bv� voor BE:
STS-P73-1 hoofdstuk 4�16�3; voor NL:
EN13779:2007 tabel A�2; voor FR: DTU 68�3
P1-1-1 (6�5) + P1-1-4 (5�1�2) etc�)
• Om een maximaal akoestisch comfort
te verkrijgen, raadt DUCO aan een
geluidsdemper te plaatsen op de kanalen die
naar de woning gaan� Ook om overspraak
te voorkomen, kan er tussen verschillende
ruimtes een geluidsdemper nodig zijn�
• De kanalen die met de buitenlucht zijn
verbonden, moeten voldoende geïsoleerd
zijn om condensvorming te voorkomen� Ook
alle kanalen die in een niet geïsoleerde,
onverwarmde ruimte liggen, dienen
geïsoleerd te zijn�
• Monteer het afvoerkanaal van de woningzijde
(ETA) steeds afwaterend naar de unit om
eventuele condensopbouw in het kanaal te
vermijden� Tijdens het douchen of koken kan
heel veel vochtige lucht afgezogen worden�
• De aanvoer van buitenlucht kiest u beter
aan de noordzijde, om in de zomermaanden
binnen geen te warme lucht aan te zuigen�
• Zorg ervoor dat de luchttoevoeropening
gemakkelijk toegankelijk is voor eventuele
reiniging� Een kleiner doorlaatoppervlak kan
namelijk grote negatieve effecten hebben op
de performantie van het systeem�
• DUCO adviseert om aan de aanzuigkant
van de toevoer minimaal 40 cm rechte buis
aan te leggen alvorens de luchtstroom af te
buigen�
Raadpleeg ook onze "12 niet te missen tips"
voor een overzicht met de belangrijkste
aandachtspunten�
12
L1315000 Installatiehandleiding DucoBox Energy Premium (Revisie K.1 | 19.10.2023)
installatietips-DucoBox-Energy-(nl)
12 NIET TE MISSEN TIPS
De goede werking van uw Duco ventilatiesysteem is volledig afhankelijk
van de keuze en uitvoeringskwaliteit van de toe- en afvoerleidingen!
Werd het kanalensysteem geoptimaliseerd?
Vraag professioneel advies bij uw leverancier
van kanalen. Het bespaart u tijd, verzekert u
kwaliteit en levert energetisch voordeel
op voor de eindgebruiker!
DISCLAIMER: aan dit document kunnen geen rechten
ontleend worden. Alle tips zijn louter adviserend.
Elke uitvoerder kan afhankelijk van het project
naar eigen goeddunken bepalen welke
tips haalbaar en/of nuttig zijn.
1
Zorg voor voldoende afstand tussen
ODA en EHA cfr. EN 13779.
2
Gebruik thermisch geïsoleerde leidingen
voor ODA en EHA.
3
Maak de gekoppelde kanalen
luchtdicht vast via tape, slangklem
of tiewrap. Gebruik geen
schroeven bij bevestiging. Plaats
een dop op een eventuele niet
gebruikte aansluitmond.
4
Gebruik minstens 1 m flexibele of
starre geluiddemper.
Star = lage kastafstraling
Flex = laag kanaalgeluid
5
Bij wandbevestiging: wand
met massadichtheid van
min 200 kg/m². Een gibowand of
metaalstut voldoet niet!
Gebruik een montagestoel indien
6
de wand niet voldoet.
L1322000-G 27.02.2020
EHA
ODA
SUP2
ETA
SUP1
64 mm
0000-4376
Kanaaldiameter:
^ 160 mm tot 250 m3/h / ^ 180 mm vanaf 250 m3/h
of equivalent mits berekening (bv. bij instortleidingen)
Zorg ervoor dat de totale tegendruk zo laag mogelijk is
(streefdoel ≤ 150 Pa) en de luchtsnelheid in elk kanaal
kleiner is dan 3 m/s.
7
Kies een dakdoorvoer met
lage weerstand.
8
Beperk de weerstand.
Vermijd zo veel
mogelijk bochten
en maak ze nooit
scherper dan 90°.
Vermijd deuken en
vuil in de kanalen.
9
Gebruik beugels
met rubber inleg
om overdracht
van trillingen te
beperken.
10
Hang het toestel waterpas.
11
Voorzie voldoende ruimte
voor de condensafvoer.
12
Gebruik geluiddempers
tussen ruimtes om
overspraak te verhinderen.