KFV - montagehandleiding
Meerpuntssluitingen met sleutelbediening, AS 2750
7.2
Controle bij gesloten deur
2x
32/36
03.2023
Vergrendelen van de dagschoot
controleren
f De deur sluiten.
De deur moet soepel gesloten kun-
nen worden.
De dagschoot van de hoofdslotkast
moet correct in het dagschootplaat-
je vergrendelen.
Als de dagschoot niet vergrendelt:
f het dagschootplaatje in de rich-
ting van het deurblad afstellen.
Als de dagschoot teveel speling
heeft:
f het dagschootplaatje in de rich-
ting van het kozijn afstellen.
Ontgrendelen van de dagschoten
via de deurkruk controleren
f De deurkruk bedienen en de
deur openen.
De dagschoten moeten volledig
inschuiven en de deur vrijgeven.
Ontgrendelen van de dagschoten
via de sleutel controleren (wis-
selfunctie)
f De sleutel in ontgrendelde posi-
tie draaien en de deur openen.
De dagschoten moeten volledig
inschuiven en de deur vrijgeven.
Vergrendelen van de vergrende-
lingselementen controleren
f De sleutel met twee omwentelin-
gen (2x 360°)* in vergrendelings-
richting draaien.
De vergrendelingselementen moe-
ten volledig uitschuiven. Het deur-
blad moet daarbij zijdelings op de
dichting bewogen worden.
Het vergrendelen van de vergrende-
lingselementen is van buitenaf niet
zichtbaar.
* afhankelijk van de sluitcilinder
H39.MFVRS016NL-00