3
1. Plaats de samengestelde boog op 2 betonpoeren, zorg er daarbij voor dat de (grond)kabel aan de onderzijde
voldoende vrij ligt (stelvoet op kleine hoogte boven de poer afstellen).
Zet deze boog waterpas vast op de 2 betonpoeren.
2. Stel vervolgens een hoek samen uit een ligger en staander. Hier wordt geen bekabeling doorgevoerd.
Zet deze hoek op de volgende betonpoer en sluit hem aan op de reeds geplaatste boog. Dit is de achterligger van het
systeem.
3. Maak de volgende hoek en zet deze op de volgende betonpoer en sluit hem aan op de eerder geplaatste hoek.
Dit wordt de zijkant, niet bedieningszijde. Zet deze staander nog niet op de betonpoer vast.
4
1. Plaats de liggervoorzijde tussen de overgebleven opening.
2. Voer daarbij de motorkabel door het gat in de staander.
3. Zet de liggervoorzijde vast met de M8x35 bouten.
4. Plaats een werkstekker aan de motorkabel. Sluit de werkstekker aan en laat deze in de staander zakken.
5. Meet het systeem overhoeks uit, schuif daarbij eventueel de betonpoer zodat de perfecte positie wordt bereikt.
6. Stel ook de hoogte van de stelvoet nu exact af.
Drukfouten, fouten en technische wijzigingen voorbehouden.
1
4
1
3
2
2
3
5
6
10