5.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
• Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
• Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
5.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie
Uit-stand
Snel Opwarmen
Multi Hetelucht
Pizza Hetelucht
Boven- / Onder-
verhitting
Onderwarmte
Ontdooien
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
Toepassing
Het apparaat staat uit.
Om de opwarmtijd te verkorten.
Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor
Boven-/onderwarmte.
Om gerechten op één niveau te bakken met intensief
bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel
te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd
hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
NEDERLANDS
9