Thermokoppels simuleren
Sluit de TC-ingang/uitgang van het ijkinstrument aan op
het te testen instrument met een thermokoppelkabel en de
juiste thermokoppel-miniconnector (gepolariseerde
thermokoppelplug met platte, gealigneerde pinnen die van
middelpunt tot middelpunt 7,9 mm [0,312 inch] uit elkaar
staan).
Opmerking
Een van de pinnen is breder dan de andere.
Forceer een miniplug niet als de polarisatie niet
juist is. Afbeelding 13 toont deze aansluiting.
Ga als volgt te werk om een thermokoppel te simuleren:
1.
Bevestig de thermokoppelkabels aan de juiste TC-
miniplug en vervolgens aan de juiste TC-
ingang/uitgang zoals in afbeelding 13 te zien is.
M
2.
Druk zo nodig op
selecteren.
T
3.
Druk op
om het TC-display weer te geven. Blijf
zo nodig op deze toets drukken om het gewenste
thermokoppeltype te selecteren.
4.
Voer de gewenste temperatuur in door de toetsen
X
W
en
in te drukken. Druk op
ander te wijzigen cijfer te selecteren.
om de modus SOURCE te
Y
Z
en
om een
Gebruik van de modus SOURCE
RTD's simuleren
Sluit het ijkinstrument aan op het te testen instrument
zoals in afbeelding 14 te zien is. Ga als volgt te werk om
een RTD te simuleren:
M
1.
Druk zo nodig op
selecteren.
R
2.
Druk op
om het RTD-display weer te geven.
Opmerking
Gebruik de 3 W- en 4 W-aansluitingen uitsluitend
voor het verrichten van metingen en niet voor
simulatie. Het ijkinstrument simuleert een
2-draadse RTD bij het voorpaneel. Om een
3-draadse of 4-draadse transmitter aan te sluiten,
gebruikt u de stapelkabels om de extra draden te
leveren. Zie afbeelding 14.
3.
Voer de gewenste temperatuur in door de toetsen
X
W
en
in te drukken. Druk op
ander te wijzigen cijfer te selecteren.
4.
Als ExI HI in het display van de 724 verschijnt,
overschrijdt de opwekkingsstroom uit het geteste
instrument de limieten van de 724
Temperature Calibrator
om de modus SOURCE te
Y
Z
en
om een
27