Installatie-eisen
Voer de bedrading en bekabeling altijd uit op de maximale laadstroom van het
laadpunt bij continue belasting. De installateur is altijd verantwoordelijk voor
de bepaling van de juiste kabeldiameters ter plaatse en de toepassing van de
van toepassing zijnde normen.
Waar met elektrische energie wordt gewerkt is veiligheid zeer belangrijk. O.a.
is de NEN3140 van belang. Hierin staan de richtlijnen voor bedrijfsvoering van
elektrische laagspanningsinstallaties.
Om het ontwerp zo goed mogelijk te laten aansluiten op de geldende
richtlijnen zijn laadpaal leveranciers in Nederland verplicht om aan de
richtlijnen van de NEN1010 te voldoen. Het netbeheerderdeel wordt
gedefinieerd als het deel van de elektrische installatie vóór de energiemeter.
Het klantgedeelte wordt gedefinieerd als het deel van de elektrische installatie
achter de energiemeter. De opbouw van de EVSE (Electric Vehicle Supply
Equipment), het gedeelte van het laadstation wat de energievoorziening naar
de auto verzorgd, is omschreven in de IEC61851.
Twin
Twin
Twin
Twin
'Standaard'
'semi-publiek'
VKA2M
VKA3M
2