HA16RTJ - HA16RTJO - HA16RTJ PRO - HA46RTJO - HA46RTJ PRO
A
- Voorwoord
• Informeer u over de verplaatsingsrichtingen.
• Wanneer het draaiplateau 180° gedraaid is, staat de gondel naar de achterkant van de machine gekeerd.
• Controleer de rijrichting met behulp van de rode of groene pijlen op het chassis en op de bedieningspost boven.
• Noteer ook dat bij wijziging van verplaatsingsrichting (Voor <> Achter), de schakelaars of knoppen opnieuw op
neutrale stand moeten staan voordat u de richting wijzigt en de beweging uitvoert.
• Plaats om te rijden de gondel(of het platform) zodanig dat u optimaal zicht heeft en dode hoeken
vermijdt.
• Tijdens de werking moet(en) de personen in de bondel de reling stevig vasthouden.
• De personen in de gondel moeten een veiligheidsharnas met riem en schokdemper dragen, dat
conform is aan de van kracht zijnde wetgeving. Maak de riem vast aan het aangegeven ankerpunt
voor de valbeveiliging dat in het platform is voorzien.
• Vermijd het botsen tegen vaste of mobiele (overige machine) obstakels.
• Het gebruik van andere machines (kraan, gondel, enz.) in de werkzone verhoogt het risico op
botsingen of verbrijzelingen. Beperk het gebruik van bewegende machines in de werkzone van een
hoogtewerker.
• Houd rekening met de remafstand, beperkte zichtbaarheid en dode hoeken van de machine.
• Beperk en pas de verplaatsingssnelheid aan in functie van het type ondergrond, helling en personen
die zich in de omgeving bevinden.
4000665020
E 07.18
NL
17
A
B
C
D
E
F
G
H
I