HA16RTJ - HA16RTJO - HA16RTJ PRO - HA46RTJO - HA46RTJ PRO
A
- Voorwoord
2.1.2 - Gevaren op vallen
Om de gondel te betreden of verlaten :
• De machine moet volledig ingeklapt zijn.
• Gebruik het toegangsluik en kijk hierbij in de richting van de machine.
• Houd 3 contactpunten (de handen en een voet) tussen de trede en
de reling.
Alvorens de werken aan te vatten :
• Controleren of de relingen correct geplaatst en beveiligd zijn.
• Controleren dat de deur en de glijdende tussenregel gesloten zijn en
in de juiste positie staan.
• Verwijder alle olie- of vetsporen op de treden, de bodem, de
leuningen en de relingen.
• Maak de bodem vrij van vuil.
In de gondel :
• De personen in de gondel moeten een veiligheidsharnas met riem en
schokdemper dragen, dat conform is aan de van kracht zijnde
wetgeving. Maak de riem vast aan het aangegeven ankerpunt voor
de valbeveiliging dat in het platform is voorzien.
• Correct gebruik van het harnas betekent dat de riem aan een
verankeringspunt, herkenbaar door de labels, vastgemaakt moet
worden. Raadpleeg de labels op de gondel.
• Tijdens de werking moet(en) de personen in de bondel de reling
stevig vasthouden.
• Houd beide voeten altijd stevig op de gondelbodem.
• Het zitten, staan of klimmen op de reling van de gondel is verboden.
• Werk enkel in de zone in de gondel die afgebakend is door de
relingen en buig niet over de relingen om werk uit te voeren.
• Verlaat de gondel niet als deze niet volledig ingetrokken is.
• Gebruik de relingen niet als toegangsmiddel om de gondel (of
platform) te betreden of verlaten.
4000665020
E 07.18
x 1
NL
11
A
B
C
D
E
F
G
H
I