energieverbruik, levensduur van de batterij, computerprestaties en ventilatorsnelheid op basis van de
hoeveelheid systeemactiviteit.
Intelligente koelfunctie (voor Intel-modellen van de ThinkPad P14s Gen 4
en ThinkPad P16s Gen 2)
Met de functie Intelligent koelen kunt u de snelheid van de ventilator, de temperatuur en de prestaties van de
computer aanpassen. Deze functie werkt standaard in de automatische werkstand. Druk op Fn+T om de
automatische stand in of uit te schakelen.
Opmerkingen:
• Voor modellen met een afzonderlijke GPU wordt op basis van de modus intelligente koeling de juiste GPU
gebruikt. Als de modus wordt ingeschakeld terwijl een app aan het werk is, wordt de app misschien
opnieuw opgestart om ervoor te zorgen dat de juiste GPU wordt gebruikt. Als u bij de Windows-
instellingen voor elke app een specifieke GPU hebt opgegeven, krijgt die bij gebruik van de app voorrang.
• De automatische stand is alleen voor Intel-modellen met een afzonderlijke GPU.
• Wanneer de automatische stand is uitgeschakeld, gaat u als volgt te werk om de gewenste stand te
selecteren:
1. Klik in het systeemvak van Windows op het batterijstatuspictogram.
2. Verplaats de schuifregelaar naar links of rechts om de gewenste modus te selecteren.
–
Eco-stand: het energieverbruik, de ventilatorsnelheid en de prestaties worden verlaagd voor een
koelere, stillere en milieuvriendelijkere computer en de beste levensduur van de batterij.
–
Gebalanceerde modus: goede balans tussen stroomverbruik, ventilatorsnelheid en prestaties.
–
Ultraprestatiemodus: er wordt prioriteit gegeven aan maximale prestaties, waardoor de
temperatuur en de ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
met netvoeding
• Als de automatische stand is ingeschakeld
–
Automatische prestatiestand: uw computer wordt automatisch aangepast voor de beste mix van
energieverbruik, levensduur van de batterij, computerprestaties en ventilatorsnelheid op basis van de
hoeveelheid systeemactiviteit.
Voor modellen met Windows 11
U kunt de functie Intelligent koelen aanpassen via Windows-instellingen. Deze functie werkt standaard in de
automatische werkstand. Druk op Fn+T om de automatische stand in of uit te schakelen.
Opmerking: De automatische stand is alleen voor Intel-modellen met een afzonderlijke GPU.
1. Klik met de rechtermuisknop op het batterijpictogram in de taakbalk om de instellingen voor energie en
slaapstand te openen.
2. Zoek het gedeelte Energie en kies een van de volgende energiestanden.
• Als de automatische stand is uitgeschakeld:
32
ThinkPad T14 Gen 4/P14s Gen 4/T16 Gen 2/P16s Gen 2 Gebruikershandleiding
met batterijvoeding