2 De kettingrem wordt (A) in werking gesteld door de rem-
hendel naar voren te duwen en deze vast te zetten (de
ketting is geblokkeerd). De remhendel moet in de beide
posities springen. Wanneer daar teveel kracht voor nodig
is, of de remhendel wil in geen van beide posities,
GEBRUIK DE MACHINE DAN NIET maar breng hem
onmiddelijk naar een geautoriseerde reparateur.
1 Het slijpen van de zaagtanden kan worden verricht door het
gebruik van de hier afgebeelde daarvoor bestemde vijl:
KETTING
MP 370GLX
Het kettingtype is gemakkelijk te onderscheiden d.m.v.
het serienummer dat is aangebracht op dat deel van de
zaagtanden wat in de opening van de stang valt.
Het is gemakkelijker een vijlapparaat te gebruiken.
De ketting kan op het geleideblad blijven tijdens het vijlen.
Alvorens met het vijlen aan te vangen moet de ketting juist
aangespannen worden.
2 De vijl moet goed geplaatst worden:
– "A" verticale hoogte
– "B" horizontale hoek
– "C" verticale hoek.
Voor normaal vijlen volstaan drie steken van de vijl zijde-
lings tegen de rand van elke tand.
DIT PRODUKT IS IN OVEREENSTEMMING MED DE EUROPESE VEILIGHEIDSREGELING
VOOR DE MACHINE
INHOUD MOTOR (cm
)
3
BORING (mm) x SLAG (mm)
VERMOGEN (din. kW)
MAXIMAAL TOERENTAL (min
MAXIMUM SNELHEID (min
MINIMUM SNELHEID (min
LEDIG GEWICHT (Kg) (ZONDER ZWAARD EN KETTING)
KETTING STEEK (9,525 mm)
DIKTE AANDRIJFSCHAKEL (mm)
ZWAARDLENGTES (cm)
AANDRIJFTANDWIEL (STANDAARD) TANDEN
INHOUD OLIETANK (cm
)
3
INHOUD BENZINE TANK (cm
GELUIDSDRUK AAN HET OOR VAN DE GEBRUIKER LpAav (dBA) (EN 27182 - EN 608)
GEWAARBORGD GELUIDSVERMOGENSNIVEAU (dBA)
GEMETEN GELUIDSVERMOGENSNIVEAU (dBA)
TRILLINGEN (ISO 7505 - EN 608) (m/s
NEDERLANDS - 28
L. Vijlen van de ketting
VIJL
5/32"
30° - 35°
85° - 90°
60°
Technische gegevens
)
-1
)
-1
)
-1
)
3
)
2
3 KETTINGVANGER
Dit apparaat is uitgerust met een kettingvanger onder het
aandrijfwiel. Dit is bestemd om de achterwaartse bewe-
ging van de ketting te voorkomen in geval van breuk of
wanneer het van het zwaard komt. Het mag dan ook nooit
worden verwijderd.
Gebruik de kettingrem om de ketting op het geleideblad
te vergrendelen .
3 De vijl moet horizontaal.
4 Bij het vijlen van de ketting moeten alle tanden met dezelf-
de hoeveelheid worden afgevijld, zodat ze allemaal even
lang zijn. Vijl altijd vanaf de binnen zijde van de tand, dus
de ene tand wordt vanaf de ene zijde en de volgende
vanaf de andere zijde van het geleideblad gevijld.
5 DIEPTE STELLER
Een korrekte dieptesteller is zeer belangrijk om goed te
zagen en voor een langere levens duur van de ketting.
Na ongeveer 4 of 5 maal bijvijlen moet het volgende
gedaan worden: de dieptemaat instellen en met een plat-
te vijl de dieptesteller gelijk vijlen met de dieptemaat.
Het hoogteverschil tussen de tanden en de dieptestellers
is 0,65 mm.
Na het wegnemen van de dieptemaat kunnen de diepte-
stellers afgerond worden (D).
33
37x30
1,2
7.000
11.000
2.900
3,1
3/8"
1,3
30
6
150
230
95,9
113
111,14
8,5