om uw rolstoel regelmatig te checken op schade of slijtage aangezien dit de storing kan
vergroten (zie ook hoofdstuk 4).
• Rijd enkel op vlakke oppervlakken waarbij beide aandrijfwielen de grond raken, en waarbij
voldoende contact met de grond mogelijk is voor veilig gebruik van de rolstoel.
• Er mogen geen aanpassingen of veranderingen gemaakt worden aan de beveiligingspunten
of structurele onderdelen van de rolstoel zonder de producent van de rolstoel te contacteren.
• Houd tijdens gebruik uw vingers, gespen, kledij en juwelen uit de buurt van de wielen of
bewegende onderdelen.
2.3
Symbolen op de rolstoel
De volgende symbolen zijn van toepassing op uw rolstoel. De symbolen kan u terugvinden in de
relevante ISO-standaard (ISO 7000, ISO 7001 en IEC 417).
2.4
Transport
VOORZICHTIG
Neem maatregelen om te voorkomen dat de rolstoel beschadigd raakt tijdens transport.
De rolstoel kan niet gedemonteerd worden zonder gereedschap, en hij is relatief zwaar om
te dragen.
2.4.1 Uit de weg zetten
Gebruik het bedieningspaneel om de rolstoel naar zijn bestemming te bewegen.
Zet anders de rolstoel in vrijloopmodus (zie §3.4) en gebruik de duwstang om de rolstoel te
bewegen.
Maximum gewicht van de gebruiker in kg
Gebruik voor binnen en buiten (batterijlader niet inbegrepen)
Enkel gebruik voor binnen (batterijlader)
Maximale veilige helling in ° (graden)
Maximale snelheid
Type aanduiding
Risico op knellen
Gevaar voor beschadiging
7
Sigma, Sigma 230
2021-01
NL
Voor gebruik