11
|
Inbedrijfstelling
11 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
11.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
162
INFORMATIE
Deze unit is een model voor verwarming alleen. Daarom zijn alle verwijzingen naar
koeling in dit document NIET van toepassing.
OPMERKING
Zorg ervoor dat beide ontluchtingsventielen (één op het magnetische filter en één op
de back-upverwarming) open staan.
Alle automatisch ontluchtingsventielen MOETEN open blijven na de inbedrijfstelling.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is. (Als de startpagina's van de
gebruikersinterface uit staan, zal de unit NIET automatisch werken.)
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 36 uur worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [A.6.D] in te stellen: Bescherming uitschakelen=AAN. Wanneer hij
klaar is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [A.6.D] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=UIT.
11.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 162
11.2
11.3
Checklist voor de inbedrijfstelling .......................................................................................................................................... 163
11.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 164
11.4.1
Het minimum debiet controleren.......................................................................................................................... 164
11.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 165
11.4.3
Proefdraaien........................................................................................................................................................... 166
11.4.4
Stelmotoren proefdraaien ..................................................................................................................................... 167
11.4.5
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Checklist vóór inbedrijfstelling" controleren.
2
Ontluchten.
3
Het systeem testen.
4
Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen.
5
Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.
ERLA03DAV3 + EHFZ03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596821-1B - 2021.10