4.
Carburateur afstelling
De carburateur wordt vanaf fabriek overeenkomstig de locale omstandigheden ingesteld.
Afhankelijk van de luchtfilter, geluidsdemper en toepassingsplaats kan een correctie nodig
zijn. Breng de motor rijdend op gebruikstemperatuur. Als de motor bij het optrekken iets
inhoud, dan loopt deze te "arm". In dat geval draait u de stationair-mengselschroef L iets
tegen de wijzers van de klok in. Als de motor alleen langzaam stotterend en met veel rook op
toeren komt, dan is hij te "rijk" afgesteld, d.w.z. u draait de stationair- mengselschroef met de
wijzers van de klok mee iets dicht. Om het maximale toerental in te stellen, tilt u de achter-
wielen omhoog en laat u de warme motor kortstondig op volgas draaien. Nu kunt u aan de
vollast- mengselschroef H bij een te arm mengsel naar links of bij een te rijk mengsel naar
rechts draaien.
WAARSCHUWING! Laat de motor alleen kortstondig in onbelaste toestand met het hoogste
toerental draaien. Meestal moet de stationair-aanslagschroef bijgesteld worden, als de motor
met de stationair mengselschroeven H en L afgesteld werd.
5. Carburateur basisinstelling
De gespecificeerde waarden zijn referentiewaarden. Soms is een afregeling nodig. Als u
denkt, dat de stationair-mengselschroef L of de vollast-mengselschroef H helemaal verdraaid
is, dan draait u beide instelschroeven L + H voorzichtig met de wijzers van de klok mee tot
aan de aanslag dicht. Daarna draait u, tegen de wijzers van de klok in, de instelschroeven
volgens de onderstaande tabel open.
Bij de eerste twee tankvullingen moet het hoogste toerental in onbelaste toestand vermeden
worden, alsook het permanent volgas rijden op parkeerplaatsen. Bij de ingebruikneming
moet ook een reikwijdtetest met de afstandsbesturing met lopende motor doorgevoerd
worden.
Gebruik de motor nooit in gesloten ruimtes zonder voldoende ventilatie. Verdere
veiligheidsaanwijzingen worden met de motor meegeleverd.
5