TT-DEC-R – handboek
6. Draaischijf-decoder TT-DEC-R programmeren:
•
Belangrijke
programmering kunt u pas beginnen, nadat u alle werkzaamheden uit de
hoofdstukken 1 t/m 5 van dit handboek heeft uitgevoerd. Een inbedrijfsname
voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden conform hoofdstuk 1 t/m
5, kan de draaischijf-decoder TT-DEC-R en de draaischijf beschadigen.
Voer bij de eerste inbedrijfsname de programmering precies uit, overeenkomstig de
hierna beschreven volgorde. Wanneer u een van de volgende hoofdstukken
overslaat, mag u geen exacte digitale sturing van uw draaischijf over de
draaischijf-decoder TT-DEC-R verwachten.
6.1. Basisadressen en dataformat programmeren:
De
draaischijven-decoder
(wisseladressen) gestuurd, die ook voor het schakelen van wissels of seinen worden
gebruikt.
De opdrachtenstructuur van de TT-DEC-R is compatibel met de opdrachtenset van de
Märklin draaischijf-decoder 7686.
Ook het dataformat, waarmee de draaischijf-decoder TT-DEC-R over zijn
digitaalcentrale wordt aangestuurd (Märklin-Motorola of DCC), hoeft niet te worden
aangegeven, maar wordt door de TT-DEC-R bij een volgende programmering van de
basisadressen, automatisch herkend.
Evenals de Märklin draaischijf-decoder 7686, kan de draaischijven-decoder
TT-DEC-R twee adresgebieden gebruiken. Zet u voor de besturing van uw draaischijf
PC-modelbaansoftware in, dan vindt u meestal voor de beide adresgebieden de
adressen 14 en 15. Door deze keuze is het mogelijk, 2 draaischijven mbv. 2
draaischijven-decoders TT-DEC-R op een modelspoorbaan te gebruiken.
Het adresgebied 14 staat daarbij voor de adressen 209 t/m 220 en het gebied 15 voor
de adressen 225 t/m 236. Alleen bij volledige bezetting van de draaischijf met 40
spooraansluitingen, worden daadwerkelijk alle adressen in het gekozen adresgebied
benut.
Gebruikt u een multiprotocol-digitaalcentrale, die meerdere dataformaten kan zenden,
moet u er op letten, dat alle adressen in het gekozenen adresgebied eenduidig op
Märklin-Motorola of DCC zijn ingesteld.
Een
tabel,
waarin
draaischijffuncties wordt getoond, vindt u in hoofdstuk 6.8. „Programmeer- en
stuurtabel" van deze bedieningshandleiding. Uit deze tabel kunt u ook afleiden, welke
symbolen evt. door uw modelbaansoftware of digitaalcentrale voor de verschilende
draaischijffuncties worden gebruikt.
aanwijzingen:
Met
TT-DEC-R
de
samenhang
12
-
de
eerste
inbedrijfsname
wordt
over
magneetartikeladressen
tussen
adresgebieden,
-
en
de
adressen
en