•
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
•
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel het uit en terug
aan.
14.2 Mogelijke fouten
Probleem
Het programma start
niet.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Het apparaat wordt met
water gevuld maar dat
wordt onmiddellijk afge-
tapt
•
Mogelijke oplossing
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
• Controleer of de klep van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze func-
tie of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Schakel het kinderslot uit.
• Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw
plaatselijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe-
voerslang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de
klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt.
De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instruc-
ties'.
Het programma werd niet juist
voltooid of het apparaat is te vroeg
gestopt. Als het alarmcode weer
verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
NEDERLANDS
39