SMA Solar Technology AG
Aanwijzingen voor de configuratie van de in- en uitschakeltijden
Vanwege de constructie kan een verbruiker binnen de levensduur slecht begrensd worden in-
en uitgeschakeld. Interne componenten zoals bijv. relais kunnen naar meerdere duizenden
schakelcycli onder materiaalmoeheid leiden. Bij wisselvallig weer met sterk variërende PV-
opwekking kan het zijn, dat de verbruiker elke paar minuten in- en weer uitgeschakeld wordt,
omdat het benodigde overtollige PV-vermogen slechts korte tijd aanwezig is.
Om te vaak in- en uitschakelen te voorkomen, kunt u bij de configuratie van de
verbruikereigenschappen via de minimale in- en uitschakeltijd instellen, dat niet te veel
schakelcycli optreden. Daardoor kan het wel gebeuren, dat bij kortstondig afnemende PV-
opwekking ook stroom uit het openbaar stroomnet voor het bedrijf van de verbruiker wordt
gebruikt. Aan de andere kant kan het gebeuren, dat tijdens de uitschakelfasen overtollige PV-
energie niet wordt gebruikt.
Een lange minimale inschakeltijd daarentegen heeft als gevolg, dat de verbruiker slechts
zelden wordt ingeschakeld, omdat slechts zelden zo'n langer periode in de PV-
opwekkingsprognose wordt gevonden, waarbij de gebruiker tijdens de gehele minimale
inschakeltijd met voldoende vermogen wordt gevoed.
Het loont zich, verschillende tijdinstellingen uit te proberen om zo langzaam maar zeker de
ideale waarden voor elke verbruiker te bepalen.
Instelling
Minimale inschakeltijd De minimale inschakeltijd is de tijd die de aangesloten verbruiker min-
Minimale uitschakeltijd De minimale uitschakeltijd is de tijd die de aangesloten verbruiker ten
11.3.6 Verbruiker met automatische uitschakelfunctie
☐ De verbruiker hoeft niet programmagestuurd te zijn.
Apparaten zoals bijvoorbeeld verwarmingselementen of verwarmingsventilatoren hebben een
eigen uitschakelautomaat. Een geïntegreerd thermo-element zorgt ervoor, dat het apparaat zich na
het bereiken van een instelbare doeltemperatuur automatisch uitschakelt. Deze uitschakeling
registreert de Sunny Home Manager via de op de verbruiker aangesloten schakelinstallatie en
schakelt voor de veiligheid ook de schakelinstallatie uit. Eerst moet echter de schakelinstallatie
Bedieningshandleiding
Toelichting
stens ingeschakeld moet blijven om bijv. een startprocedure te voltooien
of een werkcyclus uit te voeren.
Vertraagd inschakelen mogelijk:
Sommige verbruikers starten eventueel niet direct bij het inschakelen van
de toegewezen schakelinstallatie, bijv. warmtepompen voor waterreser-
voirs. Daarom kan direct inschakelen uitsluitend voor de schakelinstallatie
zelf worden gegarandeerd, niet voor de aangesloten verbruiker.
• Voer in het tekstveld Minimale inschakeltijd de minimale
inschakeltijd in. Houd hierbij rekening met een mogelijke vertraging
van de start van de aangesloten verbruiker.
minste uitgeschakeld moet blijven om bijv. oververhitting te voorkomen of
herstart mogelijk te maken.
• Voer in het tekstveld Minimale uitschakeltijd de minimale
uitschakeltijd in.
11 Sturing van verbruikers
HM-20-ennexOS-BE-nl-10
61