SMA Solar Technology AG
5. De aansluitkabels voor de spanningsmeting (doorgetrokken grijze lijn) op de schroefklemmen
L1, L2 en L3 aan de uitgang van de Sunny Home Manager aansluiten. Daarvoor elke
schroefklem met een kruiskopschroevendraaier openen, de leiding in het klempunt brengen en
de schroef met een kruiskopschroevendraaier vastdraaien (koppel: 2,0 Nm).
6. De aansluitkabels voor de spanningsmeting L1, L2 en L3 (doorgetrokken grijze lijn) op de
bijbehorende fasedraden L1, L2 und L3 aansluiten.
8.3
Aansluiting voor unidirectioneel gebruik
Wanneer u de Sunny Home Manager niet, zoals standaard is beoogd, wilt gebruiken als
bidirectioneel apparaat, maar voor slechts één van beide functies wilt kiezen, moet de aansluiting
overeenkomstig worden gekozen. Daarbij zijn er de volgende mogelijkheden:
• Aansluiting uitsluitend voor de meting van de PV-stroomgeneratie (zie hoofdstuk 8.3.1,
pagina 35).
• Aansluiting uitsluitend voor de meting van het netuitwisselingsvermogen (zie hoofdstuk 8.3.2,
pagina 35).
8.3.1
Voor de meting van de PV-stroomgeneratie aansluiten
Voor de meting van het netuitwisselingsvermogen moet op het
netaansluitpunt een SMA Energy Meter geïnstalleerd zijn.
Als het product uitsluitend voor de meting van de PV-stroomgeneratie wordt aangesloten:
1. Sluit het product op het aansluitpunt van alle zonnestroomomvormers van het huisnetwerk aan.
8.3.2
Voor de meting van het netuitwisselingsvermogen
aansluiten
Als het product uitsluitend voor de meting van het netuitwisselingsvermogen wordt aangesloten:
1. Open de schroefklemmen aan de ingang van de Sunny Home Manager.
2. De fasedraad L1 en de nulleider op de schroefklemmen met een kruiskopschroevendraaier,
2,0 Nm, aansluiten.
Bedieningshandleiding
HM-20-ennexOS-BE-nl-10
8 Aansluiting
35