Draairichting van de maaicilinders
Algemeen
Voor het maaien moet de draairichting links worden
gekozen
De draairichting van de maaicilinders is in orde als de
buitenste maaicilinders van voren gezien naar binnen
draaien.
TD28/91/21
Hulpmiddel als de trekker niet op links-
aandrijven kan worden geschakeld:
- De aandrijving (G2) demonteren en 180° draaien, daarna
weer monteren
G2
1200-NL EINSATZ_3552
1. Snijhoogte instellen door inbouw/uitbouw van
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
TD40/94/16
- De rijsnelheid wordt mede bepaald door gewas- en
TD 79/98/53
IN GEBRUIK NEMEN
Werken
Let op!
Alle veiligheidsvoorzieningen controleren!
Tijdens het maaien kunnen stenen of
andere voorwerpen worden geraakt en
weggeslingerd.
Er mogen zich geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
De zijwaartse beschermingen moeten op
de juiste manier zijn opgeklapt en beveiligd!
afstandsplaten.
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door een gelijkmatig verhogen van het aandrijftoerental
worden systeembepaalde bijgeluiden in de
vrijloopkoppeling vermeden.
terreinomstandigheden.
- 12 -
NL
Belangrijke
opmer-
kingen
voor u begint te
werken
Aanwijzingen voor
veilig werken: zie
aanhangsel-A p.
1. - 7.)
Na één bedrijfsuur
• Alle mesbouten
natrekken.