Belangrijke opmerkingen voor u begint te
werken
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie aanhangsel-A p. 1. - 7.)
Na één bedrijfsuur
• alle mesbouten natrekken.
Aanwijzingen voor veilig werken
1. Controle
- De staat van de messen en de mesbevestiging controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie ook hoofdstuk
onderhoud en reparaties).
2. Schakel de machine alleen in als ze in werkstand is en
overschrijdt het maximum toerental niet!
5 4 0 U p m
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht, laat zien
voor welk aftakas-toerental uw maaier geschikt is.
• De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle beschermingen
(beschermkappen, beschermkleden, enz.) op de juiste wijze zijn
aangebracht.
3. Let op de draairichting van de aftakas!
4. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van obstakels en
vreemde voorwerpen. Vreemde voorwerpen (bijv.
grote stenen, stukken hout, afrasteringspaaltjes enz.)
kunnen de maaier beschadigen.
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de maaier komen
• Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
• De machine zorg vuldig op beschadi gingen controleren. Vooral
de maaischijven en hun aandrijfas goed controleren (4a).
• Indien nodig, de machine door een vakman laten repareren.
Na contact met een vreemd voorwerp
• De staat van de messen en de mesbe ve stiging controleren (zie
ook hoofstuk "Onderhoud")
• alle mesbouten natrekken.
(379) 0100-NL INBETRIEBN
1 0 0 0 U p m
IN GEBRUIK NEMEN
5. Afstand houden bij lopende motor.
- Stuur personen buiten het gevarengebied van de machine; er
kunnen voorwerpen worden weggeslingerd.
B i j z o n d e r e
aandacht is te
b e s t e d e n a a n
het werken op
percelen met veel
stenen en in de
buurt van wegen.
6. Gehoorbeschermers dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabine's, kan
het geluidspeil op de werkplek verschillen.
• Wordt een geluidspeil van 85 dB (A) of hoger bereikt, moet
gehoorbescherming binnen handbereik gehouden worden.
• Wordt een geluidspeil van 90 dB (A) bereikt of overschreden, dan
moet de gehoorbeschermer gedragen worden.
- 14 -
4a
NL
bsb 447 410