1. Maaibalk aan één kant (ter grootte van X3)
heffen en steunen.
X3 = X2 + X1
X1 = afstand van de bodem tot de bovenzijde van de
kuip rechts
X2 = afstand van de bovenzijde van de kuip links tot de
bovenkant van de kuip rechts
X3
X2
NOVACAT 307 T: X2 = 300 mm
NOVACAT 3007 T: X2 = 300 mm
NOVACAT 3507 T: X2 = 300 mm
• De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft
op de bodem.
• De maaibalk aan de andere kant (X1) heffen en met
passende hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalk in deze positie ca. 15 minuten laten
staan.
• Deze tijd is nodig om alle olie onder in de maaibalk
te laten zakken.
3. Olievulplug (63) uitnemen.
Oliepeil via de opening (63) meten.
1800-NL Onderhoud_3522
4. Oliepeil controleren
AANWIJZING
Materiële schade door niet correcte oliehoeveelheid
•
Het peilen van de olie moet zorgvuldig en
exact gebeuren.
•
Let erop dat de maaibalk onder een langs-
zijde wordt opgekrikt.
•
De maaibalk moet in de breedte in horizon-
tale positie zijn. (zie afbeelding)
X1
4.1 Oliepeilcontrole voor NOVACAT 3507 T
Het oliepeil is correct als de olie tot aan de onderkant van
de vulschroef (63) komt.
OIL LEVEL
4.2. Oliepeilcontrole voor NOVACAT 307 T en
3007 T
Het oliepeil is correct als x= 16 mm.
X is de oliediepte aan de onderrand van de olievulschroef
(63)
169-16-06
- 43 -
ONDERHOUD
X1
TD17/99/10
OIL LEVEL
NL