Aandrijfriemaandrijving
- Aandrijfriemspanning controleren:
Na 1 uur, na 5 uur, na 20 uur, en daarna incidenteel.
Instelmaat:
Als de schijf (S) en de bovenkant van de aanwijzer (A)
op dezelfde hoogte (0 - 2 mm daarboven) zijn, is de
spanning van de aandrijfriem juist.
Het naspannen is uitsluitend noodzakelijk als de afstand
tussen schijf (S) en de bovenkant van de aanwijzer (A)
meer dan 2 mm is.
S
• Als één van de 4 aandrijfriemen is beschadigd of uitgerekt,
moeten alle 4 aandrijfriemen worden vervangen.
AANWIJZING
Materiële schade - aan kogellagers en assen door te
strak aangespannen aandrijfriemen.
•
Let op de correcte spanning van de aandrijf-
riemen.
2000-NL ONderhOud_344
A
OnderhOud en reparatie
- 32 -
NL