9.5.9
Veilige laagspanning testen
Het testen van de veilige laagspanning [} pagina 48] is bedoeld ter controle van de
meetspanning van de testobjecten met SELV-/PELV-spanningen.
Vereisten
• Goedgekeurde veiligheidstestkabels
• Neem de vereisten voor de meting [} pagina 73] in acht.
• Het testobject is losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• U bent vertrouwd met de procedure bij de handmatige [} pagina 79] en de automatische
[} pagina 78] test.
• De noodzakelijke meetpunten zijn bekend.
• Het testobject is overeenkomstig het aansluitschema aangesloten.
• Neem de gebruiksaanwijzing en de technische specificaties van het testobject in acht.
Afbeelding 24: Veilige laagspanning testen Klasse I (aansluitschema, stroomschema)
1 Veilige laagspanning (Klasse I, U
De geaarde stekker van het testobject zit in het stopcontact van het apparaat. Meting
met de testsondes tussen de beide polen aan de secundaire zijde van het testobject.
Procedure
1. Start de test.
2. Meten met de testsonde op de polen aan de secundaire kant.
3. Controleer of de gemeten waarde overeenkomt met de technische gegevens van het
testobject. Let erop dat er eventueel een batterijcontraspanning aanwezig moet zijn zodat
het testobject een uitgangsspanning correct doorschakelt.
94
1
BENNING ST 755+ / ST 760+
)
a
Tests uitvoeren
9.5 Afzonderlijke tests uitvoeren
5284 / 08/2023 nl