Configureren
8.7 Nul-, kabel- en sonde-afstelling uitvoeren
8.7
Nul-, kabel- en sonde-afstelling uitvoeren
Kalibreer het apparaat gedurende de eerste ingebruikname door middel van de interne
afstelling.
Bij de sonde-afstelling worden de overgangsweerstanden in het apparaat, inclusief de kabel van
de aangesloten sonde, gekalibreerd. U kunt zonder een nieuwe kalibratie wisselen tussen een
sonde van 2 m en van 5 m lang.
Wanneer u een 1-polige sonde gebruikt, steek dan een jumper tussen de bussen sonde "+" en
"-".
Vereisten
• Neem de vereisten voor de meting [} pagina 73] in acht.
• Goedgekeurde veiligheidstestkabels
• Het testobject is losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• Het testobject is overeenkomstig het aansluitschema aangesloten.
Afbeelding 10: Afstelling
1
Nulstelling
2
Kabelaanpassing
3
Sonde-aanpassing
Menu
"Instellingen > Afstelling/kalibratie"
Procedure
1. Start de gewenste afstelling.
2. Volg hiervoor de aanwijzingen op het display.
Resultaat
Controleveld
5284 / 08/2023 nl
1
2
BENNING ST 755+ / ST 760+
3
Beschrijving
De kalibratie/afstelling is geslaagd.
De kalibratie/afstelling is mislukt.
Controleer de stekkerverbindingen en de
procedure die u moet doorlopen en start de
test nogmaals.
71