13.4.4
Fabrieksinstellingen en meetwaarden – functietest
Parameter
Nominale spanning
Meetstroomsterkte
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Tabel 56: Meetwaarden overeenkomstig meetvoorschrift – functietest
13.4.5
Fabrieksinstellingen en meetwaarden –
kabelweerstandstest
Parameter
Kabellengte
Kabeldiameter
Aantal draden
Weerstand per draad
Tabel 57: Fabrieksinstellingen van de grenswaarden voor de kabelweerstandstest
Parameter
Teststroomsterkte
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Meetspanning
Tabel 58: Meetwaarden overeenkomstig meetvoorschrift – kabelweerstandstest
13.4.6
Fabrieksinstellingen en meetwaarden – veilige
laagspanningstest
Parameter
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Tabel 59: Meetwaarden overeenkomstig meetvoorschrift – veilige laagspanningstest
118
Waarde
230 V ±10 % (de netvoeding is op het teststopcontact geschakeld)
16 A
0,0 ... 270 V‑AC (50 / 60 Hz)
0,10 ... 20 A‑AC (50 / 60 Hz)
20 ... 2,3 kW (actief vermogen)
20 ... 2,3 kVA (schijnvermogen)
0,1 V
0,001 A
0,1 W
0,1 VA
U (V) = ±15 % van de meetwaarde
I (A) = ±15 % van de meetwaarde
P (W) = ±20 % van de meetwaarde
S (VA) = ±20 % van de meetwaarde bij cos phi = 0,8
Waarde
600 mA‑AC ±30 % bij 0 ... 5 Ω
0,05 ... 10 Ω
0,001 Ω
±15 % van de meetwaarde
U
ca. 8 V‑AC
0
Waarde
1,0 ... 360 V‑DC, 250 V‑AC
0,1 V
±15 % van de meetwaarde
BENNING ST 755+ / ST 760+
13.4 Fabrieksinstellingen en meetwaarden
Waarde
Eenheid
5,0
m
1,5
mm²
3
-
0,3
Ω
Bijlage
5284 / 08/2023 nl