Installatie
• Monteer de unit horizontaal.
• De unit mag rechtstreeks op een betonnen vloer van een veranda wordt geplaatst of op een stevige plaats waar de afvoer goed is.
• Indien het gebouw gevoelig is aan trillingen, gebruik trillingsdempend rubber (ter plaatse te voorzien).
1.
Aansluitingen (aansluiting)
Monteer de binnenunit overeenkomstig de tabel hieronder, die het verband toont tussen de klasse van binnenunit en de
overeenstemmende aansluiting.
De totale binnenunitklasse die op deze unit kan worden aangesloten:
Warmtepomptype:
Poort
A
15 ,
20 , 25
B
15 ,
20 , 25 , 35
#
#
C
15 ,
20 , 25 , 35
#
#
D
15 ,
20 ,
: Gebruik een verloopstuk om leidingen te verbinden.
: Gebruik de verloopstukken nr. 2 en nr. 4
#
Raadpleeg "Hoe verloopstukken gebruiken" op pagina 10 voor meer informatie over de
verloopstuknummers en hun vormen.
Voorzorgsmaatregelen tijdens de
installatie
• Controleer de sterkte en het vlak zijn van de grond waarop de unit geplaatst zal worden, zodat de unit niet gaat trillen of lawaai
maken wanneer in bedrijf.
• Maak de unit stevig vast met de ankerbouten zoals aangegeven op het schema met de fundering. (Maak 4 sets klaar van in de
handel verkrijgbare M8- of M10-ankerbouten, moeren en sluitringen.)
• Draai de ankerbouten in de fundering tot zij nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken.
5
3MXS68∗ – Tot 11,0 kW
4MXS68∗ – Tot 11,0 kW
4MXS68∗
, 35
, 42
, 42
#
#
#
, 42
, 50
#
#
#
25 , 35
, 42
,
50
,
60
3MXS68∗
15 ,
20 , 25
, 35
,
42
#
#
#
#
#
15 ,
20 , 25 , 35
, 42
, 50
#
#
#
#
#
15 ,
20 ,
25 , 35
, 42
, 50
nNederlands