a
c
a
Schroefplug
b
Moersleutel
c
Overloopaansluiting
2 Plaats de overloopaansluiting in de schroefplug.
3 Monteer de overloopaansluiting.
4 Bevestig de afvoerslang aan de overloopaansluiting.
5 Sluit de afvoerslang aan op een gepaste afvoer. Zorg dat het
water door de afvoerslang kan stromen. Zorg dat het waterpeil
niet boven de overloop kan stijgen.
6 Sluit de lekbakslang aan op de aansluiting van de lekbak en
sluit aan op een geschikte afvoer.
a
a
Lekbakslang
7 Sluit de drukveiligheidsklep aan op een geschikte afvoer
conform de geldende wetgeving. Zorg dat stoom of water die
mogelijk kunnen ontsnappen op een tegen vorst beschermde,
veilige en waarneembare manier wordt afgevoerd.
a
a
Overdrukveiligheidsklep
ETSH/X(B)16P30+50EF
Daikin Altherma 3 H HT ECH₂O
4P679468-1 – 2022.02
a
b
1
c
3
2
5 Installatie van de leidingen
5
Installatie van de leidingen
5.1
De waterleidingen voorbereiden
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat
deze
zuurstofdiffusiedicht
DIN 4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
OPMERKING
Vereisten voor de watercircuits. Zorg dat aan de
onderstaande
vereisten
watertemperatuur
is
handleiding voor de installateur voor bijkomende vereisten
voor de watercircuits.
▪ Waterdruk
–
Ruimteverwarming/-koelingscircuit.
maximumwaterdruk bedraagt 3 bar (=0,3 MPa). Voorzie gepaste
veiligheden in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de
maximumdruk NIET overschreden wordt. De minimumwaterdruk
moet ten minste 1 bar (=0,1 MPa) bedragen om te werken.
▪ Waterdruk – Warm tapwater. De maximumwaterdruk bedraagt
10 bar. Voorzie gepaste beveiligingen in het circuit van het warm
tapwater om ervoor te zorgen dat de maximumdruk NIET
overschreden wordt. De waterdruk moet ten minste 1 bar
bedragen om te werken.
▪ Waterdruk - Opslagtank. Het water in de opslagtank staat niet
onder druk. Daarom moet het waterpeil in de opslagtank jaarlijks
visueel worden gecontroleerd.
▪ Watertemperatuur.
Alle
leidingtoebehoren (kleppen, verbindingsstukken enz.) DIENEN
bestand te zijn tegen de volgende temperaturen:
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk
NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
89°C
75°C
▪ Opslagtank - Waterkwaliteit. Minimumvereisten met betrekking
tot het water dat wordt gebruikt om de opslagtank te vullen:
▪ Waterhardheid
(calcium
calciumcarbonaat): ≤3 mmol/l
▪ Geleidingsvermogen: ≤1500 (ideaal: ≤100) μS/cm
▪ Chloride: ≤250 mg/l
▪ Sulfaat: ≤250 mg/l
▪ pH-waarde: 6,5~8,5
Voor eigenschappen die afwijken van de minimumvereisten,
moeten gepaste maatregelen worden getroffen.
zijn
overeenkomstig
voor
waterdruk
en
voldaan.
Zie
de
uitgebreide
geplaatste
leidingen
75°C
M
en
magnesium,
berekend
Installatiehandleiding
De
en
als
9