Voor u in onze kookstudio uitgetest.
nl
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar van onderen te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar van onderen te licht.
Het gebak in een (langwerpige) vorm
wordt te donker aan de achterkant.
Het gebak is in zijn geheel te donker. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en houd evt. een langere baktijd aan.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
U hebt op meerdere niveaus gebak-
ken. Op de bovenste plaat is het
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is van
binnen niet goed doorbakken.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van ovenschotels. In de insteltabellen vindt
u voor vele gerechten optimale instellingen.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is
afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte
van het gerecht.
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
Gerecht
Ovenschotel, hartig, gegaarde ingrediënten
Ovenschotel, zoet
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm hoog
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm hoog,
2 niveaus
Gevogelte, vlees en vis
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het klaarmaken van gevogelte, vlees en vis. In de
insteltabellen vindt u voor enkele gerechten optimale
instellingen.
32
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en houd een langere baktijd
aan.
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op het accessoire.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zo af dat het goed
past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd hete lucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi hem met amandelen of paneermeel en doe dan de boven-
laag erop.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Komt het er nog steeds niet uit, maak de rand
dan voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Accessoires/vormen
Ovenschaal
Ovenschaal
Ovenschaal
Ovenschaal
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
Op één niveau kunt u de gerechten bakken in vormen
of in de braadslede.
Vormen op het rooster: hoogte 2
■
Braadslede, hoogte 3
■
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u
energie besparen. Plaats de vormen naast elkaar in de
binnenruimte.
Inschuif-
Verwar-
hoogte
mings-
methode
2
%
2
%
2
›
3+1
›
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Leg de te grillen stukken rechtstreeks op het rooster.
Als u één stuk vlees wilt grillen, kunt u dit het beste in
het midden van het rooster leggen.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1. Het vleessap
wordt opgevangen en de binnenruimte blijft schoon.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort vlees tot
liter water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Van dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Temperatuur in
Tijdsduur in
°C
min.
200-220
30-60
180-200
50-60
150-170
60-80
150-160
70-80
^