Meer instellingen
Hier kunt u de instellingen aanpassen die bepalen hoe verbinding
wordt gemaakt met andere apparaten of netwerken.
›
Vliegtuigstand
Schakel de vliegtuigstand in om alle draadloze functies van het
toestel uit te schakelen. U kunt alleen functies gebruiken waarvoor
geen netwerk is vereist.
›
Mobiele netwerken
Mobiele gegevens: instellen dat gegevensverbindingen op alle
●
mobiele netwerken moeten worden gebruikt.
Roaming: instellen dat gegevensverbindingen worden gebruikt
●
tijdens roaming.
Namen toegangspunten: een APN (access point name)
●
selecteren voor mobiele netwerken. U kunt APN's toevoegen
of bewerken. Als u de APN-instellingen wilt resetten naar de
fabrieksinstellingen, drukt u op de optietoets en selecteert u
Standaardinstellingen.
Netwerkmodus: een type netwerk selecteren.
●
Netwerkoperators:
●
- Netwerken zoeken: een netwerk zoeken en selecteren.
- Automatisch selecteren: het toestel instellen om het eerste
beschikbare netwerk te selecteren.
›
Tethering en draagbare hotspot
Draagbare Wi-Fi hotspot: uw toestel instellen als draadloos
●
toegangspunt voor andere toestellen.
USB-tethering: uw toestel instellen als draadloze modem door
●
een USB-verbinding te maken met een computer.
Instellingen
128