Wi-Fi
Hier vindt u informatie over het gebruik van de draadloze
netwerkvoorzieningen van de telefoon waarmee u verbinding
kunt maken met elk draadloos LAN (WLAN) dat compatibel is met
de IEEE 802.11-normen.
Overal waar er een draadloos toegangspunt of hotspot aanwezig
is, kunt u verbinding met internet of andere netwerktoestellen
maken.
›
De Wi-Fi-functie activeren
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen en sleep de
schakelaar Wi-Fi naar rechts.
Als de Wi-Fi-functie op de achtergrond wordt uitgevoerd,
wordt ook batterijlading verbruikt. Activeer de functie
daarom alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te sparen.
›
Een Wi-Fi-toegangspunt vinden en daarmee
verbinding maken
1
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen → Wi-Fi.
Het toestel zoekt automatisch naar beschikbare Wi-Fi-
toegangspunten.
2
Selecteer een toegangspunt.
3
Geef een wachtwoord voor het toegangspunt in (indien
nodig).
4
Selecteer Verbinden.
›
Handmatig een Wi-Fi-toegangspunt toevoegen
1
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen → Wi-Fi →
Wi-Fi-netwerk toevoegen.
2
Geef een SSID voor het toegangspunt in en selecteer het
beveiligingstype.
3
Stel de beveiligingsinstellingen in volgens het beveiligingstype
dat u hebt geselecteerd en selecteer Opslaan.
Connectiviteit
109