12.1 Problemen oplossen
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Het display geeft aan de
Taal in te stellen
Op het display verschijnt
F111.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
De automatische uitschake-
ling is actief.
De deur is niet goed geslo-
ten.
De zekering is doorgesla-
gen.
Het lampje is stuk.
Er heeft een stroomonder-
breking van langer dan 3 da-
gen plaatsgehad.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Er is een elektrische fout.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
NEDERLANDS
oplossing
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
Sluit de deur volledig.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Voor eerste ingebruikname'.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
• Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
• Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
39