5
|
Functie
5.4 Luchtstroomsnelheid
5.4.1 Luchtstroomsnelheid regelen
5.5 Uitblaasrichting
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
20
Stand
Automatisch
Koelen
Drogen
Verwarmen
Alleen ventileren
6 Druk één of meerdere keren op
te stellen. In de ontvochtigingsstand of de de stand alleen ventilator kan de
temperatuur NIET worden ingesteld.
Koelen
Verwarmen
18~32°C
10~30°C
7 Druk op
om de werking te stoppen.
Resultaat: Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
1 Druk op
5 luchtstroomsnelheden, van " " tot " "
Werking met automatische luchtstroomsnelheid
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op " " is ingesteld, werkt de unit stiller.
INFORMATIE
▪
Als de unit het temperatuurinstelpunt in de stand koelen of verwarmen heeft
bereikt, stopt de ventilator met draaien.
▪
In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET worden ingesteld.
1 Druk op
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De verticale kleppen bewegen.
Druk
of
op de
Automatisch
18~30°C
om te selecteren:
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
Resultaat
Het bedrijfslampje gaat
branden.
-knop om de temperatuur in
Drogen of alleen
ventileren
—
ATXP20~35M5V1B
Daikin kamerairconditioners
4D520466-5H – 2021.12