Instellingen uitvoeren
Voor elke wijnklimaatzone kunt u in-
stellingen apart wijzigen.
Raak de sensortoets aan van de zone
waarin u instellingen wilt veranderen.
De sensortoets die u heeft gekozen,
licht nu geel op. Dit kunt u nu doen:
- de temperatuur instellen,
- de functie DynaCool inschakelen.
Tip: Meer informatie vindt u in de des-
betreffende hoofdstukken.
Kiest u vervolgens een andere wijnkli-
maatzone, dan blijven de instellingen
van de eerder gekozen wijnklimaatzo-
ne van kracht.
De wijnklimaatkast in- en uitschakelen
De wijnklimaatkast uitschakelen
Tip de Aan/Uit-toets aan.
Is dat niet mogelijk, dan is de ver-
grendeling ingeschakeld!
Op het bedieningspaneel gaan de sen-
sortoetsen van de drie wijnklimaatzones
uit.
Op het display gaat de temperatuuraan-
duiding uit en verschijnt het symbool
voor de elektrische aansluiting .
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Wanneer u de wijnklimaatkast langere
tijd niet gebruikt, doe dan het volgende:
Schakel de wijnklimaatkast uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisin-
stallatie uit.
Reinig de wijnklimaatkast.
Laat de deur open staan om de
wijnklimaatkast te verluchten en te
voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
Als de wijnklimaatkast bij langere af-
wezigheid wordt uitgeschakeld, maar
niet wordt gereinigd, bestaat er ge-
vaar voor schimmelvorming als de
wijnklimaatkast gesloten blijft.
De klimaatkast moet dus zeker gerei-
nigd worden.
21