DE OVEN GEBRUIKEN (VERVOLG)
Temperatuur instellen i
1
Druk op de temperatuurtoets
U kunt de temperatuur ook tijdens het bakken of braden wijzigen.
In de ovenfuncties worden de bovenste en onderste verwarmingselementen afwisselend
geactiveerd om de juiste temperatuur te behouden.
Gedurende de opwarmtijd van de oven knippert "°C". Wanneer de oven de ingestelde tem-
peratuur heeft bereikt blijft "°C" branden.
Temperatuur instellen i
1
Druk één maal op de
temperatuurtoets (Bovenste oven).
Druk tweemaal op de
temperatuurtoets (onderste oven).
U kunt de temperatuur ook tijdens het bakken of braden wijzigen.
de grote, bovenste, en onderste oven
n
de Dubbeloven
n
2
Dubbel oven
(Maxigrill)
2
Draai
aan de Functieknop om
temperatuur in stappen van
5 °C in te stellen.
Grote oven
(Maxigrill en kleine
grill)
Bovenste oven
Onderste oven
Draai aan de
Functieknop
temperatuur in stappen van
5 °C in te stellen.
40 °C~250 °C
(ruimte 20 °C~80 °C)
200 °C-250 °C
de
40 °C – 250 °C
(40 °C – 300 °C)
40 °C – 250 °C
40 °C – 250 °C
om de
NL 27