Bedrijf
4
Bedrijf
De GEDA 500 Z/ZP / GEDA 500 Z/ZP 3 mag alleen door een door de
ondernemer aangewezen en bevoegde persoon worden bediend.
Deze persoon moet met de bedrijfshandleiding vertrouwd zijn,
over voldoende ervaring beschikken en over de bestaande
gevaren in de omgang met de hijswerktuigen geïnformeerd zijn.
Bedieningspersoneel zie hoofdst. 1.7.2
4.1
Veiligheid tijdens bedrijf
• De veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 dienen eveneens in acht te
worden genomen.
• Platform zo veel mogelijk in het midden beladen, draagvermogen van
het apparaat in acht nemen.
Het platform moet steeds zo worden beladen, dat toegangen voor
−
laden en lossen en de bedieningsplaats vrij blijven.
Lading moet veilig op het platform worden geplaatst. Materiaal dat
−
kan omvallen of wegglijden of hoger is dan het platform, moet
beveiligd worden (denk ook aan plotseling opstekende wind).
Elementen die veel ruimte in beslag nemen, mogen niet over het
−
platform uitstekend vervoerd worden.
• Niet onder het platform komen of werken!
• Geen voorwerpen onder het platform leggen.
Materiaal op een veilige afstand van min. 50 cm van beweeglijke
−
delen van de machine opslaan.
• Etagebeveiligingsdeuren mogen alleen na het volledig openklappen
van de losklep kunnen worden geopend.
• Als het beladen platform tijdens bedrijf door een storing blijft staan,
dan is het bedieningspersoneel verplicht om de lading te bergen.
- Laat een beladen platform nooit onbeheerd staan!
• In de volgende gevallen mag niet met het transportplatform worden
gewerkt:
temperaturen onder -20 °C resp. boven +40 °C.
−
schade of andere storingen.
−
als de periodieke inspectie niet werd uitgevoerd (zie onderhouds-
−
handleiding).
Levensgevaar
Transportplatform bij brand niet gebruiken.
Bedrijfshandleiding
GEVAAR
32 / 106
®
GEDA
500 Z/ZP / 500 Z/ZP 3
BL159 NL uitgave 03.2016