Verbinden met het apparaat
Verbinden met Wi-Fi
1. Schakel het apparaat in.
2. Controleer of de pc/client over een Wi-Fi-verbinding
beschikt. Zoek naar een beschikbaar draadloos
netwerk.
Let op!
Informatie over hoe u naar draadloze netwerken zoekt,
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de client. Wanneer
u een computer gebruikt, geeft u op dat automatisch
een IP-adres wordt toegewezen.
3. Selecteer de Wi-Fi-naam (SSID) voor het apparaat
en klik op Verbinding maken.
4. Geef desgewenst het Wi-Fi-wachtwoord op. Klik op
OK.
Let op!
In het hoofdstuk Wi-Fi-SSID en wachtwoord zoeken
vindt u meer informatie over hoe u de standaard-Wi-Fi-
SSID en het bijbehorende wachtwoord vindt.
5. Wacht tot de client met de mobiele telefoon is
verbonden.
6