•
Gebruik het apparaat niet voor elektronische
overdracht in vliegtuigen, bij benzinestations
of in ziekenhuizen. Let op borden en andere
waarschuwingen. Schakel het apparaat uit in
omgevingen waar deze borden staan.
•
Raak de inwendige antenne alleen aan als dat
echt nodig is. Een dergelijke ingreep kan namelijk
schade toebrengen aan de telefoon.
•
Gebruik de telefoon niet in afgesloten ruimtes of
in gebieden met beperkte ventilatie. Wanneer u
langere tijd in dergelijke omgevingen verblijft, kan
de telefoon zich automatisch uitschakelen, als
beveiliging tegen te hoge temperatuur. Wanneer
dat gebeurt, moet u de telefoon laten afkoelen
in een omgeving met een goede ventilatie. Pas
daarna kunt u de telefoon weer op de gewone
manier gebruiken.
•
Houd de telefoon buiten bereik van kleine kinderen.
De telefoon kan letsel veroorzaken wanneer die als
speelgoed wordt gebruikt.
•
Raak de metalen delen niet aan als de telefoon is
ingeschakeld. Wanneer u die onderdelen aanraakt,
loopt u namelijk de kans u te branden.
17