GEBRUIKSAANWIJZING Hygrometer PCE-310
5 Meting
Draai de beschermhoes van de sensor tegen de klok in, totdat hij opengaat. Zet de hygrometer met
de „ON / OFF" toets aan. Selecteer de gewenste eenheid met de "°C/°F" toets. Het apparaat is klaar
voor de meting.
Functie om de meetwaarde vast te houden
Druk op „HOLD" totdat er rechts bovenaan het scherm „HLD" verschijnt. De actuele meetwaarde
wordt op het scherm vastgehouden. Om deze functie weer uit te schakelen, moet u op „HOLD"
drukken. Deze functie kunt u voor alle meetparameters gebruiken (T1, DP ...).
Dauwpunt functie
Druk op „∆T / DP / T1" totdat er links op het scherm „DP" verschijnt. U kunt de
dauwpunttemperatuur nu aflezen, links onderin op het display.
Natte bol functie
Druk op „∂ / WB / T2" , totdat er midden onder op het scherm „WB" verschijnt. U kunt de
natteboltemperatuur nu aflezen, rechts onderin op het display.
Externe temperatuurmeting
Sluit de externe temperatuursensor aan op de hygrometer, door de Jack stekker in de aansluiting te
stoppen die zich aan de bovenkant van de behuizing bevindt. Druk op „∂ / WB / T2" totdat er
onderaan het scherm „T2" verschijnt. . U kunt de temperatuur nu aflezen, onderin op het display.
Minimum-maximum waarde functie
Druk op „MX / MN / RESET" totdat er bovenaan het scherm „MIN" verschijnt. Nu verschijnt de
minimumwaarde van een serie metingen. Druk een tweede keer op „MX / MN / RESET" , totdat er
„MAX" op het scherm verschijnt. Nu verschijnt de maximum waarde van een serie metingen. Druk
nogmaals op „MX / MN / RESET" , om naar de normale meetmodus terug te keren.
Wanneer u 2 of 3 seconden lang op „MX / MN / RESET" drukt, worden alle maximum en minimum
waarden uit het geheugen gewist.
Pas op: als u de hierboven staande functies selecteert zonder dat de externe sensor is aangesloten,
verschijnt er een foutcode.
Functie Delta T en natte bol temperatuur
Delta T wordt vanuit het verschil tussen de externe temperatuur T2 en de luchttemperatuur T1
berekend. De natte bol temperatuur wordt vanuit DP-T2 berekend (verschil tussen
dauwpunttemperatuur en externe sensor).
Voor de weergave van Delta T: druk op „∆T / DP / T1" , totdat het symbool „∆T" op het scherm
verschijnt. Links onderin het display wordt nu de waarde weergegeven.
Voor de natte bol temperatuur: druk op „∆∂ / WB / T2" , totdat het symbool „∆∂" op het scherm
verschijnt.
Pas op: dompel de meetkop niet in vloeistoffen. De sensorkop mag niet gemanipuleerd of
aangeraakt worden.
6